
De Prank
Zondag 2 januari 1972
“Geniaal!” Roept James uit, hij slaat zijn hand op de wasbak, “Echt geniaal!”
“Jullie zijn zo slim!” gutste Peter.
Ze hadden zich met zijn vieren in de kleine badkamer gepropt. Sirius stond aangekleed in de badkuip en hield een paraplu over zijn hoofd. Remus wees met zijn stok naar de grijze regenwolk die daar net boven zweefde. Het regende pijpenstelen. Sirius bewoog in de badkuip heen en weer, maar de wolk bleef stevig boven zijn hoofd en volgde elke beweging.
James en Peter waren maar twee uur geleden teruggekomen van hun kerstvakantie. Zodra ze klaar waren met avondeten hadden Sirius en Remus ze naar boven gesleept voor een demonstratie.
“Lupin gaf me het idee, maar ik heb de spreuken om het te doen opgezocht.” Straalde Sirius trots. “Hij weet niet wat hem overkomt!”
“Wanneer kunnen we het doen?!” James sprong op en neer, klaar om te exploderen van verheuging. “Morgenochtend? Ontbijt? Toverdranken?”
“Avondeten,” Sirius schudde zijn hoofd. “Meer publiek.”
“Ja, avondeten,” Knikte James verstandig alsof het zijn eigen idee was. “Echt waar jullie twee, ik ben zo verdomd trots.”
“Dankje,” Sirius trok een wenkbrauw op, ironisch. Toen keek hij naar Remus, “Uhm… Lupin? Je kan nu wel stoppen. Mijn voeten worden nat.”
“Oh!” Remus schudde de spreuk weg. Hij had meer regen gecreëerd dat het oudje puntje aankon en Sirius zat nu enkeldiep in koud water. De onderkant van zijn gewaad was kletsnat. “Sorry.”
“Prima,” Lachte Sirius. Hij stapte uit het bad en wrong het water uit zijn gewaad, “Zorg gewoon dat je hetzelfde bij Snape doet.”
“Dus, Lupin doet deze?” Vroeg James. Sirius trok zijn schouders op, “Hij is er beter in. Ik zou het eventueel ook kunnen, als er iets misgaat.”
***
Maandag 3 januari 1972
De eerste lesdag na Kerst was een nogal rare. James, Sirius en Peter zaten vol nerveuze energie vanwege hun prank. Remus keek er ook naar uit — hij was natuurlijk nerveus omdat hij degene was die het echt moest doen. Maar er was nog een reden dat hij zich verheugde op vandaag. Dit zou de eerste dag in zijn schoolcarrière zijn, dat hij kon lezen.
Sirius had hem geleerd hoe hij de spreuk moest doen en het was super ingewikkeld. Uiteindelijk had Remus besloten dat de andere jongen het gewoon voor hem zou doen. Hij had meer tijd nodig om het te leren. Dat deed hij later wel. Zijn magie was noch steeds een beetje wankel en raar door de afgelopen volle maan. Hij kon elk moment uitschieten als hij zich te hard concerteerde. Het leek hem geen goed idee om zijn stok naar zijn eigen hoofd te wijzen totdat de maan genoeg had afgenomen en hij meer controle had.
De eerste helft van de dag was alles zoals hij had gehoopt dat het zou zijn. Hij kon het krijtbord niet lezen, maar bezweringen was vooral praktisch en het verbaasde Remus hoe makkelijk het was als je gewoon in je boek de technieken kon lezen. Hij hoefde nu niet alles te onthouden wat Flitwick zei over verzachtingsspreuken. Hij was de eerste in de klas die zijn baksteen kon laten springen — tot grote jaloezie van Lily Evans, die meestal de beste leerling was in bezweringen.
Het was in de middag, tijdens toverdranken, dat dingen mis begonnen te gaan. Het begon met Slughorn die hun schrijfopdracht teruggaf over het gebruik van drakenbloed. Remus had zijne met behulp van Sirius voor Kerst afgekregen en alle marauders hadden het wel goed gedaan. Zoals gewoonlijk had Snape het hoogste cijfer en kreeg vijf punten voor Slytherin. Lily was tweede en kreeg een punt voor Gryffindor. Ze had maar net een paar punten meer dan Sirius.
Niets hiervan was bijzonder, maar blijkbaar was de spanning te veel geworden voor Sirius en hij kon het niet weerstaan.
“Vraag me af of het de moeite waard is om met Snivellus om te gaan alleen voor een miezerig huispuntje.” Gromde hij, luid genoeg dat Lily en Snape het konden horen. Lily draaide zich om, haar wangen kleurde felroze.
“Hou je bek, Black,” Siste ze “Niemand houdt van een jankende loser.”
“Is niet echt verliezen als je alles van je vriendje mag overschrijven.” Fluisterde Sirius giftig terug.
“Ik schrijf hem niet over! En hij is niet mijn vriendje.” Lily’s gezicht werd roder.
“Je bloost, Evans,” grijnsde Sirius, tevreden met zichzelf. Hij gaf een por aan James, “Is dat niet schattig?” James grinnikte en knikte mee.
“Negeer ze, Lily,” fluisterde Snape zonder zijn hoofd te draaien, “Ze zijn gewoon jaloers.”
“Jaloers op wat, Snivellus?” sprong James in. Hij probeerde nog steeds zijn stem zacht te houden, “Jaloers op een slijmerige sukkel zoals jij? Blijf dromen.”
Sirius lachte, tevreden dat hij James erin had betrokken. Peter lachte ook, zodat hij niet werd buitengesloten. Slughorn had nog steeds niks door met nu zijn rug naar de klas en schreef instructies op het krijtbord.
Severus had zich eindelijk omgedraaid in zijn stoel. Hij keek met zijn kraalzwarte ogen naar Sirius.
“Ik hoorde dat je erg rustige kerst hebt gehad, Black,” ze hij, zijn stem zacht vol gevaar, “Je familie kon het niet uithouden om je meer dan een paar dagen te hebben voordatb ze je terug hebben gestuurd naar school, toch?” Zijn lippen krulden, wreed, “Alle volbloed families hebben het erover — het zwarte schaap van de Black familie.
Sirius balde zijn vuisten, Remus zag dat zijn knokkels wit werden.
“Hou. Je. Bek.” Gromde Sirius door zijn tanden.
“Ja, pas maar op, Snape,” James fronste, “Je moet oppassen met wat je zegt. Je weet nooit wat er gaat gebeuren.”
“Is dat een dreigement, Potter?” antwoordde Snape verveeld, “Vergeef me als ik niet sta te bibberen van angst. Ga je Loony Lupin weer op me afsturen?”
Remus, die maar half luisterde naar Slughorn en half naar het gesprek naast hem, dook ineen. Hij had die bijnaam eerder. Het was eigenlijk indrukwekkend dat niemand op Hogwarts hem zo had genoemd, al helemaal omdat hij wist dat hij een reputatie had een beetje raar te zijn. Noemde iedereen hem zo achter zijn rug om?
Reflexief pakte hij zijn toverstok. Snape zag het en zijn grijnst groeide nog sluwer.
“Och jeetje, heb je eindelijk wat magie geleerd, Lupin? Ik ben onder de indruk. Ik heb gehoord dat ze apen kunnen trainen om wat basis trucjes te doen, dus ik geloof dat het niet een echte prestatie is.”
Remus wees zijn stok al omhoog, maar Sirius pakte hem bij zijn pols en drukte zijn arm naar beneden.
“Nog niet,” mompelde hij.
Remus klemde zijn kaken op elkaar en keek terug naar het krijtbord, kokend vanbinnen. Snape grinnikte en draaide zich ook om. Remus hoorde Lily boos fluisteren,
“Er is geen reden om zo onaardig tegen hem te doen!”
Remus kon zich bijna niet concentreren de rest van de les. Hij wist dat het hem niet moest boeien wat Snape van hem dacht, of wat iemand van hem dacht. Maar de opmerkingen van de Slytherin jongen kon hij niet afschudden. Sirius hielp ook niet; hij bleef maar ‘we zullen hem laten zien!’ murmelen, terwijl hij donkere blikken naar Snape’s richting gooide.
Toen het eindelijk tijd was voor het avondeten, was Remus aan het borrelen van woede en het verlangen om zichzelf te bewijzen. Hij at bijna niks en het was gehakt met puree, zijn favoriet. Hij staarde naar Snape aan de andere kant van de kamer. Dat ging niet ongemerkt en Severus wees met zijn vrienden naar de marauders en lachte. Remus dacht dat hij de woorden ‘Loony Lupin’ kon verstaan. James en Sirius keken geërgerd terug. Lily had het ook door,
“Jullie moeten Severus gewoon met rust laten, ok?” piepte ze, “Deze stomme ruzie gaat oneindig door als niemand van jullie volwassen genoeg doet—”
“Laat het met rust, Evans,” James rolde zijn ogen, “Het is erg genoeg dat je vrienden met die sukkel, nu ga je hem ook nog verdedigen? Waar is je huis loyaliteit, he?”
“Dit heeft echt helemaal niks te maken met huizen,” snauwde ze, “Het is een idiote ruzie over niks.”
“Hij heeft Remus beledigd!”
“Jullie pesten hem de hele tijd!”
“Hij begon!”
“Oh ja, dus jij moet het afmaken, toch, Potter?!” Ze stond op, opeens, en pakte haar tas, “God jullie zijn zo vol van jezelf!” Ze liep weg, haar schoenen klikte boos op het steen.
“Houd van een conflictje, die,” grijnsde James.
Er kwam een grote lach van de Slytherin tafel en Remus had besloten dat hij er genoeg van had. Hij stond op, pakte zijn toverstok en wees hem naar Severus.
“Ligare Pluviam!”
Het was meteen perfect en glorieus. De regenwolk schoot van Remus stok met de snelheid van een kogel, dus niemand zag waar de spreuk vandaan kwam. Het rustte boven het hoofd van Snape, dik, grijs en zwaar. Er was een laag geluid van onweer en het begon te stortregenen.
Hij begreep eerst niet wat er gebeurde. Bedekte zijn hoofd met zijn handen en keek omhoog. De leerlingen die naast hem zaten schoven verder op de bank weg van hem. Toen probeerde Snape op te staan en weg te lopen, maar de wolk volgde hem en constante regen viel neer op hem.
Mensen begonnen te lachen en te wijzen. Iedereen keek om zich heen om te zien wie het had gedaan, maar niemand zag dat het Remus was. Behalve zijn vrienden dan. Hij ging zitten maar bleef zijn stok naar Severus wijzen. Hij grijnst terwijl hij keek hoe de jongen nog steeds weg probeerde te rennen van de ministorm.
“Yes!” Siste Sirius in zijn oor. “Verdomme, Lupin, Jij schoonheid!”
De immense voldoening die Remus voelde voegde zich samen met het gelach wat om hem heen echoënde gelach. Snape was zo een smerig, hatelijk, jongetje, zelfs sommige Slytherins keken tevreden naar hoe het jongetje kreeg wat hij verdiende. Hoe meer Remus eraan dacht, hoe meer hij hem wou duwen, hoe harder het ging regenen. De wolk leek donkerder en groter te worden.
Snape was nu helemaal doorweekt, zijn haar plakte aan zijn hoofd en zat in zijn ogen. Zijn huid was bleek en zijn gewaad glom van het water. Een plasje begon onder hem te groeien. Remus Grijnsde terwijl hij keek hoe Snape wanhopig probeerde te ontsnappen. Hij leek steeds meer op een verdronken rat.
“Stop hiermee!” Schreeuwde Lily naar James. “Ik weet dat jij het bent! Stop nu!”
James bleef lachen en hield zijn handen omhoog in overgave. Lily leek alsof ze ging huilen.
Severus rende weg, armen over zijn hoofd om de regen te stoppen, maar zijn gewaad was zo nat en zwaar dat hij half struikelde, half slipte en op de grond viel. Remus zou lachen, maar hij was te diep in concentratie. Het regende harder en harder totdat je Severus amper kon zien door het water. De wolk was ook groter, met donder en bliksem — dat had het nooit gedaan toen hij op Sirius oefende. Maar goed, hij was ook niet zo boos op Sirius.
“Stop! Alsjeblieft!” Lily was nu aan het huilen. James was gestopt met lachen. Hij raakte Remus arm vast,
“Uh… Remus? Ik denk dat het wel goed is, maat…”
Snape stond niet op. Niemand lachten nog, en sommige schreeuwde zelfs.
“FINITE.” Een stem klonk door de hal.
In één keer, stopte de regen. Iedereen was stil. Dumbledore stond in de deuropening — Remus had hem niet gezien sinds Halloween. Hij zag er extreem kalm uit, ondanks de chaos die hij net heeft geëindigd. De directeur stapte de kamer binnen, verdween al het water met een zwaai van zijn toverstok, en boog over Severus heen.
Remus stopte zijn toverstok weg en zakte in zijn stoel. Hij keek hoe Dumbledore fluisterde over Snape’s lichaampje. Lily stond er nog steeds huilend naast.
“Iedereen naar hun slaapzalen, alsjeblieft.” Dumbledore sprak zachtjes, maar op de één of andere manier hoorde iedereen het. “Mevrouw Evans, wil je zo vriendelijk zijn Madam Pomfrey te halen?”
Lily rende de zaal uit en de andere leerlingen begonnen op te staan. James, Sirius, Peter en Remus gaven elkaar allemaal zenuwachtige blikken.