
Ik haat dit. Elke minuut. Ik haat elke keer als ik de steek op mijn arm voel en elke keer als ik die afschuwelijke man in het gezicht moet kijken, en hem zeggen: “Ja, mijn Heer.” Misschien als ik in een andere lijn was geboren, een lijn die niet in de heilige achtentwintig staat. Of zelfs één zoals die van James, waar ze je niet dwingen om je leven te verkopen aan een tiran. Ik zou dan oké zijn.
Vanavond is de avond. De avond waarop ik mijn vrienden verraad, en zie hoe hij ze voor mijn ogen vermoordt. Vlak voor de ogen van hun kleine jongen. Niemand zou zich in mijn positie moeten bevinden, en ik hoop dat dat nooit meer gebeurt. Maar na vanavond, zal iedereen dat doen. Want de profetie zal uitkomen.
31 oktober 1981, een normale avond - waarop iedereen in onze stad van deur tot deur gaat, volledig verkleed in prachtige kostuums. Sirius heeft altijd de beste van ons vieren, maar dit jaar doe ik niet mee.
Het plan is helemaal klaar voor vanavond. Het is me veertien keer verteld, twee keer door de tiran zelf en de andere keren door Bella. Ze vertelde me keer op keer dat als ik het verpest het niet alleen mijn leven zal kosten, maar het leven van mijn hele familie. Ook van al mijn vrienden. Ik weet dat zij ook bang is voor haar leven, en net als ik heeft ze een leven buiten haar plicht.
De gebeurtenissen die me te wachten staan echoën in mijn hoofd; ze spoken al een tijdje door mijn dromen en gedachten. Wat ik zal aanrichten bij mijn vriend en zijn familie. En wat Sirius en Remus zullen denken als zij zich realiseren dat ik het ben. Ze zullen beseffen dat ik hen verraden heb. Ik denk dat Sirius een zesde zintuig heeft, want het lijkt alsof hij al weet dat ik de verrader ben waar ze het allemaal over hebben in ons midden. Hij weet dat ik aan de andere kant van de oorlog sta. Drie jaar lang heb ik gelogen en gevochten tegen hen.
En nu moet ik nog één keer tegen hun liegen.
Op precies zeventien uur moet ik op hun deur kloppen en het volgende script zeggen dat hij voor me heeft opgesteld: “Hé James, hoe gaat het? Ik wilde even komen kijken hoe het met jullie ging, het is tenslotte Halloween. Zijn Sirius en Remus hier?” Als hij antwoordt 'nee, hij vertrouwde ze niet genoeg om ze tot geheimhouder te maken', dan stap ik naar buiten terwijl de Heer ze vermoordt. Simpel en toch kwaadwillig. Ik zou daar staan en mijn mond houden, zelfs als ze op de grond vallen. En ik zou mijn mond houden, zelfs als hij mij ook zou doden.
Bliksem slaat neer buiten mijn raam als de klok zeventien slaat, mijn lot is verzegeld.